De ministerraad heeft ingestemd met het voorstel van staatssecretaris Van Rij om de
‘Wet werkelijk rendement box 3’ voor advies naar de Raad van State te sturen.

Dit wetsvoorstel beoogt vanaf 2027 een nieuw belastingstelsel voor box 3 in te voeren,
waarbij belastingplichtigen belasting betalen over het werkelijk behaalde rendement
op hun vermogen. Belastingplichtigen met spaargeld zullen naar verwachting minder
belasting betalen, terwijl belastingplichtigen met aandelen juist meer belasting moeten
afdragen.

Voorbereiding Staatssecretaris Van Rij benadrukt dat dit nieuwe stelsel voortkomt uit uitgebreide
dialogen met het parlement en belangenverenigingen, waarbij ook input vanuit internetconsultaties
is meegenomen. Het streven is om belastingplichtigen te belasten op basis van hun
daadwerkelijk behaalde rendement, waardoor het stelsel rechtvaardiger wordt.

Toename administratieve lasten Het nieuwe systeem, gebaseerd op werkelijk rendement, bestaat uit directe en indirecte
rendementen. Financiële gegevens zullen gedeeltelijk vooraf worden ingevuld door samenwerking
met financiële instellingen. Dit kan echter administratieve lasten met zich meebrengen
voor belastingplichtigen met complexere financiële situaties, zoals bijvoorbeeld bij
de inkomsten en kostenaftrek van onroerend goed, waardering en rendement van niet-beursgenoteerde
aandelen en inkomsten van buitenlands vermogen.

Onroerende zaken In het wetsvoorstel is ook opgenomen hoe de belasting over onroerende zaken in box 3
wordt berekend. Daarvoor geldt een vermogenswinstbelasting. Dit betekent dat bij indirect
rendement de waardeontwikkeling wordt belast gedurende de periode dat belastingplichtigen
de onroerende zaken bezit. Bij directe rendement wordt onderscheid gemaakt tussen
dir categorieën.

Als een onroerende zaak minimaal 90% van het jaar verhuurd wordt, zijn de huurinkomsten
belast en de jaarlijkse onderhoudskosten aftrekbaar;

Als een onroerende zaak het hele jaar niet wordt verhuurd, dan wordt het directe rendement
berekend via een vastgoedbijtelling (2,65% over de WOZ-waarde);

Bij gemengd gebruik wordt gekeken naar de hoogte van de huurinkomsten en naar de hoogte
van de vastgoedbijtelling. Het hoogste bedrag wordt belast.

Geplande ingangsdatum De invoering van het nieuwe stelsel staat gepland voor 1 januari 2027. Het kabinet
hoopt snel te kunnen starten met de implementatie na het advies van de Raad van State.
Ook wordt gekeken naar de gevolgen van recente uitspraken van de Hoge Raad met betrekking
tot wetgeving rondom box 3. De overgang naar het nieuwe stelsel kan impact hebben
op de uitvoerbaarheid en capaciteit van de Belastingdienst.

Het ministerie van Financiën heeft een factsheet gepubliceerd met daar in vier rekenvoorbeelden
over het voorstel voor het nieuwste stelsel van box 3 (https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-financien/documenten/brochures/2024/06/19/factsheet-voorstel-nieuw-stelsel-box-3).

Bron: MvF 19-06-2024.